De ondergrond in Groningen

Veen- en wierdengrond

“Door een verlaging van de grondwaterstand ten opzichte van het maaiveld neemt de

waterspanning in de poriën af en zullen samendrukbare lagen zoals klei en veen inklinken. Als veen droog komt te staan, zal dit “verbranden” doordat er zuurstof bij het organisch materiaal komt (veenoxidatie). Dit geldt ook voor de opgebrachte grond in de wierden, afhankelijk van het materiaal waaruit deze zijn opgebouwd.”

Bron: Gebouwschade Loppersum, Deltares 2011

http://www.commissiebodemdaling.nl/files/1202097-000-BGS-0003-r-Gebouwschade%20Loppersum_def_par_20110421.pdf

Natuurlijke klink

In 1973 heeft de NAM een rapport gemaakt over de oppervlaktedaling als gevolg van aardgasonttrekking in Groningen. Hierin staat dat destijds de kennis niet zo uitgebreid was als nu, wel werden regelmatig waterpasmetingen gedaan. Uit de resultaten bleek dat de in het algemeen de compactie van de bovenste 400 m varieerde van 0,2 mm per jaar tot 2,0 mm per jaar met enkele lokale gebieden van grotere instabiliteit, t.w.: Schildmeer, Roode Til en Finsterwolde, waar de compactie tot 9,0 mm per jaar bedroeg.

Bron: NAM rapport no 5900-I Oppervlaktedaling als gevolg van aardgasonttrekking in Groningen. Interim-rapport 1, aan de Inspecteur Generaal der Mijnen april 1975

http://www.sodm.nl/sites/default/files/redactie/nam%20rapport%20nr%205900i.pdf

Verbeterde ondergrondmodellen

“NAM heeft een inventarisatie en een verbeterplan gemaakt voor de gewenste aanpassingen in de ondergrondmodellen die ten grondslag liggen aan de berekeningen voor het Groningen winningsplan:- Verbeteringen door betere verwerking van bestaande seismische gegevens. De verwachting is dat aanzienlijke verbeteringen mogelijk zijn door het gebruik van nieuwe berekeningsmethoden. Eerste resultaten worden nog voor eind 2014 verwacht;”

Bron: Brief Kamp aan de Kamer d.d. 8 juli 2014

http://www.rtvnoord.nl/content/pdf/Voortgang_Groningen_gaswinning_dossier.pdf

Opmerkingen

· Zettingsschade als gevolg van gaswinning wordt door de NAM, de waterschappen en de Commissie Bodemdaling niet ontvankelijk verklaard: “Achtergrond bij de werkwijze voor gebouwschade is dat uit tot op heden uitgevoerd onderzoek blijkt dat er geen gebouwschade te verwachten is door bodemdaling of door maatregelen in het kader van bodemdaling. In de praktijk is ook nog nooit een verband tussen bodemdaling door aardgaswinning en gebouwschade geconstateerd.“ Bron: http://www.commissiebodemdaling.nl/pages/sub/56916/Particulieren.html d.d. 20 september 2013

· Dat zettingsschade zowel door de NAM als door de waterschappen en de Commissie Bodemdaling Groningen niet gezien wordt als mogelijk lokaal gevolg van de gaswinning (bevingen/trillingen of peilverschil door peilaanpassingen), mag als ernstig verwijtbaar worden beschouwd.

· Dat bij taxaties door de NAM de zettingsschade meestal niet erkend noch onderzocht wordt als mogelijke gevolgschade van de gaswinning (de zogenaamde C-schade), mag eveneens als ernstig verwijtbaar worden beschouwd.

· Uitgebreid onderzoek is er niet naar gedaan. Pas voor het eind van 2014 worden nieuwe berekeningsmethoden verwacht. Maar onderzoek ter plaatse is een voorwaarde om de juiste oorzaken te kunnen vaststellen. De verschillen in de ondergrond zijn te groot en liggen zo dicht bij elkaar dat lokaal onderzoek nodig is en een reeds uitgevoerde berekening zal ter plekke altijd geverifieerd moeten worden.

· Uit de hele provincie komen klachten over schade en zakkingen. Schade in de vorm van scheuren muren die doorlopen tot het fundament.

· Een wierde kan men zich voorstellen als een omgekeerd kopje suiker. Wierdengrond is los van structuur, is minder compact, waardoor het sneller uiteenvalt.

· Een wierde ligt hoger dan het omringende land en zal meer last hebben van een verlaagd peil.

· Zware obstakels als wierden, dijken, wegen, enz. kunnen bevingsgolven terugkaatsen.